Verbond van Verzekeraars
Het Verbond van Verzekeraars is een belangenvereniging van Nederlandse verzekeraars. Het Verbond heeft de inboedelwaardemeter ontwikkeld, waarmee de waarde van iemands inboedel kan worden vastgesteld.
De meeste verzekeraars nemen de inboedelwaardemeter van het Verbond van Verzekeraars als leidraad. Sommige verzekeraars gebruiken geen inboedelwaardemeter en verzekeren bijvoorbeeld vaste bedragen.
Het Verbond van Verzekeraars publiceert ieder jaar een indexcijfer waarmee verzekeraars de waarde van inboedels kunnen indexeren (in waarde laten toenemen).
Hoe werkt de inboedelwaardemeter?
De inboedelwaardemeter is met behulp van onderzoek naar de inboedel van vele Nederlandse huishouders. Door te kijken naar iemands leeftijd, inkomen, gezinssamenstelling en de grootte van het huis, kan er een goede schatting worden gemaakt van de waarde van de inboedel.
Zo zal iemand met een hoger inkomen waarschijnlijk duurdere spullen kopen, dan iemand met een laag inkomen. Verder zal een huishouden met meerdere personen meer spullen hebben, dan een éénpersoonshuishouden.
De inboedelwaardemeter bestaat uit een aantal vragen. Het antwoord op deze vragen geeft een aantal punten. Uiteindelijk worden de punten van alle vragen bij elkaar opgesteld. Het totaal aantal punten wordt vervolgens vermenigvuldigd met een bedrag in euro’s. Dit bepaalt vervolgens de waarde van de inboedel.
Vragen van de inboedelwaardemeter
Hieronder staan de onderdelen van de inboedelwaardemeter, met daarbij een toelichting:
Leeftijd van de hoofdkostwinner
De verzekeraar wil weten wat de leeftijd van de hoofdkostwinner is. De hoofdkostwinner is degene die het hoogste inkomen heeft.
De leeftijd van de hoofdkostwinner vertelt iets over de levensfase van deze persoon, waarmee een koppeling kan worden gemaakt met de waarde van de inboedel.
Gezinssamenstelling
De gezinssamenstelling vertelt hoeveel mensen er in het huis wonen. Wanneer er meer mensen in een huis wonen, zijn er meer spullen om te verzekeren. De waarde van de inboedel neemt hierdoor dus toe.
Inkomen van de hoofdkostwinner
De verzekeraar wil weten wat het netto maandinkomen van de hoofdkostwinners is. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit loon, uitkeringen, een pensioen of inkomen uit een eigen bedrijf.
Wanneer je meer verdient, koop je waarschijnlijk duurdere spullen. Hierdoor is de waarde van de inboedel dus hoger. De verzekeraar hoeft niet het precieze inkomen te weten, maar heeft een aantal inkomenscategorieën opgesteld.
Wanneer de hoofdkostwinner meer dan 4.850 euro netto verdiend, dan kan de inboedelwaardemeter niet worden gebruikt.
Oppervlakte van het huis
In een groter huis passen meer spullen, dan in een kleiner huis. De verzekeraar wil hierbij weten wat de grootste van het huis is, inclusief de oppervlakte van de eventuele schuur, garage en berging. Je hoeft de grootte van de tuin niet door te geven.
Wanneer je een huis hebt dat groter is dan 300 m2 dan kun je de inboedelwaardemeter niet gebruiken.
Audiovisuele en computerapparatuur
Onder audio- en computerapparatuur vallen bijvoorbeeld een audiosystemen, computers, laptops, tablets, spelcomputers, camera’s en telefoons. Verder vallen bijvoorbeeld ook dvd’s, USB’s en externe harde schijven binnen deze categorie.
Wanneer je een inboedelwaardemeter hebt ingevuld, biedt de inboedelverzekering dekking voor audiovisuele- en computerapparatuur tot 12.000 euro. Wanneer je meer audiovisuele- en computerapparatuur hebt kun je deze bijverzekeren.
Sommige verzekeraars beperken de dekking voor audiovisuele en computerapparatuur.
Lees meer over Audiovisuele- en computerapparatuur
Sieraden
De verzekeraar wil weten hoeveel sieraden je hebt. Denk hierbij aan horloges, kettingen, armbanden en oorbellen. De inboedelwaardemeter gaat uit van een maximaal bedrag aan sieraden van 6.000 euro. Wanneer de waarde van je sieraden boven dit bedrag uitkomt, dan kun je dit vaak extra bijverzekeren.
Sommige verzekeraars beperken de dekking voor sieraden.
Bijzondere bezittingen
De inboedelverzekeraar wil ook weten of je bijzondere bezittingen hebt. Onder bijzondere bezittingen vallen bijvoorbeeld verzamelen, antiek, kunst en muziekinstrumenten.
Via de inboedelwaardemeter wordt gevraagd of deze bijzondere bezittingen een waarde hebben van meer dan 15.000 euro. Wanneer je meer dan 15.000 euro aan bijzondere bezittingen hebt, dan kun je deze vaak bijverzekeren.
Wanneer je veel bijzondere bezittingen in huis hebt, dan kan de verzekeraar eisen stellen aan de beveiliging van de woning, zodat de kans op inbraak afneemt.
Huurdersbelang
Wanneer je een huurhuis hebt, wil de verzekeraar weten of je huurdersbelang hebt. Wanneer je zelf bijvoorbeeld een nieuwe keuken of badkamer hebt aangebracht in een huurhuis, dan valt dit onder huurdersbelang.
Deze keuken of badkamer zitten vast in de woning en valt normaal gesproken onder de opstalverzekering. Omdat je als huurder geen opstalverzekering hebt, kun je deze nieuwe keuken of badkamer verzekeren op de inboedelverzekering.
Verzekeraars bieden doorgaans een standaarddekking van 6.000 euro aan huurdersbelang op de inboedelverzekering.
Garantie tegen onderverzekering
Onderverzekering betekent dat niet de gehele waarde van de inboedel verzekerd is. Wanneer je onderverzekerd bent, krijg je bij schade niet de gehele schade uitgekeerd. Je wilt daarom niet onderverzekerd zijn.
De inboedelwaardemeter biedt vaak garantie tegen onderverzekering, wanneer je deze naar waarheid hebt ingevuld. Wanneer er schade ontstaat en de inboedel is voor een te laag bedrag verzekerd, dan vergoedt de verzekeraar toch de volledige schade.
Omdat de waarde van de inboedel kan toenemen, indexeren veel verzekeraars de waarde van de inboedel ieder jaar. Dit betekent dat ze de waarde van de inboedel laten toenemen met een percentage en hier de premie op aanpassen. Het percentage waarmee ze de inboedel indexeren wordt opgesteld door het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Daarnaast hebben sommige verzekeraars als voorwaarden dat je iedere 5 jaar een nieuwe inboedelwaardemeter moet invullen.
Grotere huizen en hoge inkomens
De inboedelwaardemeter is afgestemd op huizen met een oppervlakte van maximaal 300 M2 en netto-inkomens van maximaal 4.850 euro. Dit betekent dat mensen met grotere huizen en hogere inkomens geen gebruik kunnen maken van de inboedelwaardemeter.
Wanneer je een huis van meer dan 300 m2 óf een netto-inkomen van meer dan 4.850 hebt, dan is de inboedelwaardemeter dus niet te gebruiken.
Je kunt dan zelf een verzekerd bedrag kiezen, maar hebt dan vaak geen garantie tegen onderverzekering. Je kunt de inboedel ook laten waarderen door een taxateur, waardoor je vaak wel garantie tegen onderverzekering hebt.